Meer groen en groter huis: we willen anders wonen door corona

Thuiswerken bevalt veel Nederlanders best goed. Bijna de helft van de thuiswerkers zou ook na de coronacrisis wel wat vaker thuis willen werken.

En dat brengt nogal wat veranderingen met zich mee. Want wanneer je huis soms ook je kantoor is, veranderen je woonwensen. Waar de een het rommel- of washok nog wel kan omtoveren tot werkkamer, loopt de ander tegen een gebrek aan kamers aan. En waar de een rustig kan pauzeren in de tuin, zit de ander vast in een bedompt stadsappartement.

Stedeling minder tevreden

Dat bewoog huizensite Funda er toe om te peilen hoe gelukkig mensen zijn met hun woonsituatie. Wat blijkt? De stedeling is inderdaad vaker ontevreden dan de Nederlander die buiten de stad woont. Of dat is versterkt is door corona kan Funda niet zeggen omdat ze een zelfde vraag niet ook voor de crisis hebben gesteld.

Bij andere woonwensen is dat wel bekend. Bij Funda kun je selecteren wat je woonwensen zijn: wat voor soort huis je wilt, hoeveel kamers en of er een tuin bij moet zitten bijvoorbeeld. Eind maart tot eind juli werd 'woonhuis' 18 procent vaker aangevinkt dan de eerste maanden van dit jaar, terwijl 'appartement' juist 11 procent minder werd gekozen.

Meer tuinliefhebbers

Daarnaast is de tuin een stuk populairder geworden. Sinds maart werd een tuin 22 procent vaker aangevinkt op Funda dan de eerste maanden van 2020. Uit een gebruikerspeiling van de site blijkt zelfs dat meer dan de helft van de bezoekers het hebben van een tuin belangrijker vindt dan voorheen. Bij een studeerkamer vindt zeker 30 procent dat.

"Je zou je kunnen voorstellen dat wanneer we naar de zomerperiode gaan, de wens voor buitenruimte altijd meer wordt, maar we zien niet zulke vergelijkbare trends in 2019," aldus een woordvoerder van Funda. "Dit is wel echt een forse stijging en we zien dat de trend zich nog steeds doorzet."

Weg uit de Randstad

De grote vraag is natuurlijk: zien we deze extra interesse in 'groen', al dan niet buiten de stad, ook terug in de huizenprijzen? De NVM zegt helaas de stijging van de huizenprijzen van woningen met en zonder tuin niet te vergelijken.

Wel ziet de makelaarsvereniging dat de trek van de Randstad naar andere provincies, zoals Gelderland, Drenthe en Friesland, iets lijkt toe te nemen. Die trek is al sinds 2013 gaande. Met name jonge gezinnen verlaten de stad.

In het tweede kwartaal van dit jaar ziet de NVM 'een extra plusje in die beweging'. Of dat helemaal komt door corona durft de vereniging niet te zeggen.

Flinke prijsstijging bij grote landelijke woningen

Ruim en landelijk wonen is de laatste jaren sowieso aan een opmars bezig. De gemiddelde vraagprijs van vrijstaande woningen met een flinke tuin lag in 2019 op 603.528 euro, tegenover 479.308 euro een jaar eerder, blijkt uit onderzoek van Buitenstate, een samenwerkingsverband van 21 makelaars die gespecialiseerd zijn in deze woningen. De prijsstijging is groter dan die in populaire steden zoals Amsterdam, Haarlem en Utrecht.

Er was dus al een trend, maar die lijkt nu nog wat versterkt, ziet Linda Huisman van Buitenstate. "Onze webcijfers zijn verdubbeld: in maart is die toename ingezet en die cijfers zijn stabiel gebleven. Meestal heb je in de zomer echt een dip, maar de laatste maand is het nog steeds zo hoog."

Op naar het rustige Oosten

En die webcijfers zijn ook terug te zien in het aantal bezichtigingen. "We horen het van onze makelaars. De vraag naar een huis met een ruime tuin neemt nog meer toe. En dan met name huizen net buiten de randstad, onder andere in het Oosten van het land. Ons kantoor in Ede bijvoorbeeld, heeft het nu extra druk door meer vraag van mensen die nu nog in de randstad wonen. Zij zijn op zoek naar wat meer rust en ruimte, maar willen ook niet te lang moeten reizen naar werk in de randstad."

Concrete verkoopcijfers heeft Huisman helaas nog niet. De NVM heeft wel een indicatie. De vereniging zag dat grote huizen inderdaad populairder werden in het tweede kwartaal. Met name twee-onder-een-kapwoningen en vrijstaande woningen werden erg snel verkocht.