BLOG: Als twee honden vechten ...
Geschreven door Rinus Lameijer RM RT op 11 oktober 2016Deze week werd ik tot mijn verrassing weer eens geconfronteerd met twee partijen die allebei zeer dringend hetzelfde pand wensen te betrekken. Deze situatie is gelukkig vlot en soepel opgelost, met van de verschillende kanten redelijke en eerlijke mensen. De advocaten konden in hun hok blijven. Het lijkt haast wel alsof de duivel er mee speelt, maar elke makelaar kent wel situaties waarbij voor een pand, dat al een kleine eeuwigheid geen klant heeft weten te bekoren, ineens roofgoed lijkt in de ogen van twee of meer gegadigden.
Een huis met een zwart wolkje
Mijn gedachten gingen terug naar een “gevalletje” van onze woningmakelaar Joost. Hij had een huis in de verkoop dat ons al een aantal keren door de handen was gegaan, echt zo’n huis met een zwart wolkje er boven. Mensen die het kochten werden ziek, gingen scheiden of binnen de kortste keren ernstig aan de sterke drank. Het plaatje leek prima: een koopmanshuis uit de 19e eeuw, boordevol de ernstig overgewaardeerde authentieke elementen. Natuurlijk ook een fraaie keuken en dito wasplaats maar voor de rest geen topper. Aan de te drukke cityring, pal aan de straat, zonder tuin en alleen een klein plaatsje op het oosten. Geen parkeren op eigen terrein, en te weinig daglicht om niet in acuut depressie-gevaar te geraken.
Het pand was nog maar kort van een voorname, alleenstaande dame, die zich het kaas niet van het brood liet eten. Joost was al geruime tijd aan het martelen om het pand te slijten, toen ten langen leste gelukkig een vriendin van hem, Marloes, eindelijk maar toch aan de man was geraakt. Ze behoefde dringend een liefdesnest. Marloes bood geld, met haar vriend Peter (de erfgenaam van een plaatselijk befaamd autobedrijf), en het kwam in de buurt van de vraagprijs. Inmiddels hadden ook de accountant Klaas (nog maar recentelijk gescheiden) en zijn nieuwe, fruitige vriendin zich gemeld. Met name de vriendin was in ernstige mate verblind door het vooruitzicht van haar (zij het wat rijpere) liefdesnest met haar adonis op leeftijd. Ook zij boden ongeveer de vraagprijs.
Eenmaal een finaal bod
Verkoopster wilde, ondanks haar ongemak (zij was niet onlangs gescheiden of aan de sterke drank geraakt, zij was ziek geworden) deze situatie wel graag maximaal benutten, onder het mom dat ze “het beide paartjes zo graag gunde”. Beide partijen konden dus nog eenmaal een finaal bod uitbrengen, en op basis daarvan zou er gegund worden. Marloes en Peter werden de “gelukkigen”, financieel geruggesteund door zijn vader. Joost werd wel een beetje zenuwachtig: “je weet toch Rinus, dat Marloes mijn vriendin is, en jij kent de vader van Peter ook wel uit het circuit. Als we de schijn maar niet tegen krijgen!” Nou, dat kregen we. De fruitige vriendin had een broer die advocaat was, en ik moest opdraven om uit te leggen hoe het allemaal zo had kunnen lopen. Het werd me weer eens te meer duidelijk hoe een pand, in dit geval een woning, emoties kan oproepen. De vriendin ontpopte zich als helleveeg. “Meneer Lameijer, u begrijpt er niets van, ik wil gewoon dit huis,” siste ze mij toe, en als blikken konden doden, was ik allang niet meer in het ondermaanse geweest. De advocaat bezigde dreigende advocatentaal over vrindjespolitiek, niet kies, abject, infaam en vergelijkbaar repertoire, met als klap op de vuurpijl een kort geding. Ik ben daarom ook nog met Marloes en Peter in gesprek gegaan. Of zij er niet van af wilden zien? Een pand met een donkere wolk erboven, en zo beginnen aan hun pril geluk? Vergeet het maar. Ze moesten en zouden daar hun nestje bouwen, weer aangemoedigd door zijn pa.
Het blijft een mysterie
Om er voor te zorgen dat we niet in een juristisch moeras terecht zouden komen, met beslaglegging in afwachting van een rechtszaak, hebben we de trukendoos moeten aanspreken. Het pand werd direct de volgende dag overgedragen aan de twee tortelduifjes, zodat de advocaat van Klaas de zaak niet langdurig kon traineren met een beslaglegging. Onze verkoopster kreeg tijdig haar verkoopopbrengst, dus klus geklaard. Van Klaas hebben we niet meer vernomen, noch van de advocaat. En Peter en Marloes? Die zijn niet aan de drank geraakt en niet ziek geworden. Wel gescheiden natuurlijk, dus twee jaar later hadden we het corpus delicti weer in de verkoop. Klaas hoefde het niet meer, want zijn jonkvrouw had inmiddels gekozen voor weer een ander. En het huis? Het staat er nog, maar is inmiddels bij mijn weten al weer twee keer verkocht. Het blijft een mysterie.
M. (Rinus) Lameijer
Lamberink Bedrijfsmakelaars