BLOG: Door het oog van de naald
Geschreven door Rinus Lameijer RM RT op 17 november 2017Een statige villa, het voormalig Gymnasium met een zeer mislukte aanbouw uit de jaren ’70, was al sinds jaar en dag het domein van de mannen en vrouwen van Staatsbosbeheer. Zoals wel vaker gebeurt moest deze landelijke dienst inkrimpen en gingen de vestigingen in Noord Nederland naar een centrale locatie. Meestal wordt die nieuwe locatie dan niet Assen of Tjietjerksteradeel, maar Groningen. De monumentale villa moest in de verkoop, en ik concurreerde met een aantal andere collega’s, waaronder het in Nederland wereldberoemde kantoor van de heer Van Zadelhoff, om de opdracht tot verkoop te verwerven.
Ik had een fraaie offerte, met allerlei voorbeelden van panden die ik in de directe omgeving had verkocht. Ik mocht op audiëntie komen bij de commissie die de makelaar ging kiezen. De afspraak was vrij laat (rond een uur of zes), op een doordeweekse dinsdag, toevallig op 11 november. Een grapje kan helpen om het ijs wat te breken bij zo’n belangrijke afspraak. Ik had gemeld dat ik bij het aanbellen degene was zonder lampion, en dat ik niet van plan was te gaan zingen. Of het daardoor kwam ben ik niet gewaar geworden, maar ik kreeg de opdracht.
Het gebouw van ongeveer 1.800 m² moest rond de 2 miljoen opleveren, hetgeen ik alleszins haalbaar achtte. Al snel meldde zich een Nederlandse Italiaan (ik zag hem al van verre staan), luisterend naar de poëtische naam Trappatoni, die wel trek had in het pand. Hij wilde gaan verhuren in kleine delen, met door zijn partner te organiseren gemeenschappelijke diensten voor secretariaat, kopiëren, koffie, post en wat dies meer zij. We werden het snel eens, en de boskabouters waren mooi vlot van het gebouw af. De koper bleek echter een mierenneuker (dit is bij gerechtelijk vonnis uit 2006 echt een compliment), en ging zo in het detail (of er een prijsverschil tussen koffie met of zonder suiker moest zijn, bijvoorbeeld) dat hij compleet verzandde in zijn plan. Zijn partner belde mij een maand of 10 na zijn aankoop, of ik het pand alsjeblieft wilde doorverkopen.
Zij werden beiden overspannen van alleen al het plannen van de formule die ze voor ogen hadden. Nou ja, graag natuurlijk. Liever een gebouw 2 keer verkopen, dan 1 keer. Aangezien het in die periode nog makkelijker was zo’n pand te verkopen met huurders dan zonder, legde ik ook in die richting wat lijntjes uit. En dat ging crescendo. Als eerste contracteerde ik een kunstinstelling, voor het grootste deel van het gebouw. Die wilde ook wel overige huurders faciliteren zoals Trappatoni voor ogen had gehad, maar dan eenvoudiger. Voor elke kop koffie dezelfde prijs, bij wijze van spreken. Er kwamen al snel ook andere kandidaten: een financiële dienstverlener, een marketing clubje, een ICT-er, dus leek het gebouw vlot vol met huurders.
Het varkentje dat ik toen nog moest wassen, was dat Trappatoni ondanks de mooie huurders nog steeds van het gebouw af wilde. Geen probleem; ik had al contact met een mij bekende belegger uit het Gooi, ene Pieter, en die bood serieus geld omdat het pand verhuurd leek. Wat ik niet wist, was dat Pieter zich het pand eigenlijk niet kon permitteren. Hij had het “snode” plan om het gebouw wel even door te zetten naar vermogende vrienden, ook uit het Gooi.
Inmiddels was een beetje te merken dat er een financiële crisis zat aan te komen, eerst door wat grappige berichten over Amerikanen die zonder werk (met minimale uitkeringen) gigantische hypotheken hadden gekregen bij “vriendelijke” en “sociale” hypotheekadviseurs. De vermogende vrienden van Pieter konden daardoor niet meer zomaar geld lenen voor een zakelijk avontuur in Assen. De banken gingen op hun handen zitten en Pieter zat in zijn piepzak. Hij had het pand gekocht, huurcontacten gesloten, maar geen geld en geen opvolgende kopers. Twee weken voor de overdracht bij de notaris kwam deze aap uit de mouw.
De temperamentvolle Trappatoni was woest, want hij wilde echt niet meer verhuren maar verkopen, Pieter was radeloos, de huurders waren niet blij, en ik verkeerde ook enigszins in een stuip. Ten eerste gingen mijn fraaie facturen voor de verhuur en verkoop van het gebouw in rook op, maar daarnaast zag ik tijdens nachtelijke uren de claims van de verschillende partijen voor mijn geestesoog dwarrelen. Maar als de nood het hoogst is .. Om letterlijke vijf voor twaalf herinnerde Pieter zich een jeugdvriend die in de verzekeringen zijn vermogen had vergaard, en die wilde ook wel wat in stenen. Een paar spoedvergaderingen (en smeekbedes van Pieter) met alle partijen later, hakte Mark Klaver de knoop door: hij nam het pand over, met alle huurders. Trappatoni blij, Pieter in de gloria, ik zeer opgelucht en een paar kilo lichter, en de huurders ook gelukkig met hun nieuwe, fraaie pand.