BLOG: Een harde les
Geschreven door Rinus Lameijer RM RT op 1 maart 2017Het is een goed gebruik in onze branche om met regelmaat studenten stage te laten lopen. We proberen daarmee het nuttige met het aangename te combineren: de jongelui leren hopelijk wat bij uit de weerbarstige praktijk van het vastgoedbedrijf en wij kunnen ze wat elementaire taken laten uitvoeren. De stages verlopen met wisselend succes. Soms bevallen de kandidaten zo goed dat we ze in vervolg op de stage graag inlijven als vaste medewerkers, maar in andere gevallen zwaaien we ze bijzonder enthousiast uit en wensen we ze veel sterkte en succes bij hun carrière in het vastgoed.
Twee regelrechte corps-balletjes
Zo hadden we op eens de luxe van twee stagiairs, te werk gesteld op verschillende afdelingen van ons kantoor. De mannen, Johan en Pieter, waren van dezelfde leeftijd, hadden een vergelijkbare achtergrond, en waren dikke maatjes. Twee regelrechte corps-balletjes, die de oude garde graag wilden laten zien dat de opleiding tegenwoordig veel professioneler was en dat de oude makelaars, met een schriftelijke avond opleiding makelaardij, eigenlijk theoretisch wel tamelijk te kort schoten. Kortom, een paar jongens die nog wel wat te leren hadden. Ze waren ook nog eens zeer sportief: ze speelden squash, en niet zo zuinig ook. Regelmatig deden ze kond van hun verrichtingen, in onze kantine, in aanwezigheid van, zo meenden zij, een bewonderende schare “collega’s”.
Beschikken over de juiste conditie
Willem, onze rustige, flegmatische en een tikje vadsige hypotheekadviseur, hoorde hun indrukwekkende verhalen aan, en ging er op in. “Dat squash, is dat niet zo’n spelletje in een kamertje, met een glazen wand aan de achterkant, met zo’n soort stuiterballetje?” De mannen vonden dat toch wel neerbuigend klinken: “Nee, Willem, het is geen stuiterbal, en het is geen spelletje, maar een extreem zware balsport, waar je een hele goede conditie voor nodig hebt.” Het moge duidelijk zijn dat zij over die benodigde conditie beschikten. Willem reageerde nog steeds aardig, maar ik zag zijn irritatie oplopen. “Ik zou dat ook wel eens willen proberen. Mag ik een keer met jullie meedoen?” Johan en Pieter proestten het uit. “Willem, daar ben je toch te oud voor. We willen het niet op ons geweten hebben dat je tijdens een wedstrijd met ons komt te overlijden aan een hartaanval, hoor!!” Willem was net 45 jaar oud geworden, hij hield toch aan en er werd een afspraak gemaakt dat hij de volgende week op een avond mee mocht. Wat de mannen niet wisten, maar waar ik eerder door schade en schande was achter gekomen, is dat Willem een niet onverdienstelijke squasher was. In een vorig leven had hij met zijn toenmalige Angelsaksische collega’s veel gesquasht.
Hoe een vriendschappelijk potje squash afliep
De volgende week, op de ochtend na de gewraakte afspraak, zat Willem als een van de eersten in de kantine, achter zijn krantje. Fris en fruitig als altijd. Wat later kwamen de jongens binnen. Ze liepen een beetje moeilijk, en gingen voorzichtig zitten. Begrijpelijk, want als je echt intensief hebt gesquasht, dan heb je pijn aan spieren, met name rond het zitvlak, waarvan je niet eens weet dat je ze had. De collega’s wilden natuurlijk graag weten hoe het gegaan was, en of Willem heel erg door het spreekwoordelijke ijs was gegaan. De jongens deden er het zwijgen toe. Ze hadden duidelijk niet genoten, Willem had niet aan hun verwachting beantwoord. Ik wilde natuurlijk het complete verhaal, van Willem, met alle sappige details. Dus nog maar een kop koffie, op Willems kantoor. “Tja Rinus, het liep geheel volgens verwachting. Ik heb ze eerst zelf een poosje laten spelen, om te zien wat voor vlees ik in de kuip had. Drie keer niks natuurlijk, elkaar modieus de bal toespelen, en nog steeds met een beginnersballetje.” Daarna had Willem de jongens één voor één uitgedaagd voor een wedstrijdje van drie sets elk. Hij had ze expres niet van de baan af geveegd, maar had ze zo lang mogelijk naar alle hoeken van de baan laten rennen. Nadat Johan compleet uitgewoond haast aan zijn shirtje van de baan was gesleept, had Willem de inmiddels bibberende Pieter een zelfde behandeling gegeven. Ik bedankte Willem hartelijk voor zijn constructieve bijdrage aan de opleiding van de beide jongens. Enige bescheidenheid moest ze bijgebracht worden, en zeker ook de wetenschap dat je iemand niet zo maar even op zijn eerste indruk of uiterlijke verschijning kan beoordelen of veroordelen.
Tussen Johan&Pieter en Willem is het niet echt meer goed gekomen, alhoewel ik ze nog wel heb geprobeerd uit te leggen hoe diep de wijze les was die hij ze had bijgebracht. Ze zijn allebei goed terechtgekomen in ons fraaie vak, dus ik denk dat ze er zeker niet minder op zijn geworden.