BLOG: Salomons oordeel
Geschreven door Rinus Lameijer RM RT op 11 november 2016De oude Soppe had met zijn eega, door noeste arbeid en vlijt een bloeiende foeragehandel opgebouwd. Het bedrijf kende zijn glorietijd in de jaren net na de tweede wereldoorlog, dus eind jaren ’50 bouwde Soppe aan de rand van Assen een kloek bedrijfsgebouw. Op steenworp afstand van het fraaie stationnetje dat onze stad toen nog rijk was. Het station is inmiddels al twee keer gesloopt, maar het fraaie bedrijfspand, met twee woningen, staat er nog fier bij.
De situatie
Ik werd geconfronteerd met het complex ver nadat Soppe senior de zaak had overgedaan aan zijn twee stoere zoons, Wilco en Dolf. Twee rasechte Drenten, niet van de praatjes maar van het stevig doordoen, en intussen de oren en ogen goed open houden. Zij hadden er inmiddels ook bijna een compleet werkzaam leven in doorgebracht. Dolf was van de organisatie en Wilco had de spieren: hij nam de zakken diervoeder op zijn schouders en ventte ze uit bij de boeren in de streek. De mannen bewoonden met hun gezinnen de woningen in het pand. Pa had blijkbaar een vooruitziende blik gehad bij de bouw van het spul.
De broers waren inmiddels op leeftijd, en de handel was niet meer wat die geweest was: kleine boerderijen waren er bijna niet meer, en de grote hadden silo’s, geen handel voor Wilco en Dolf. De zaak moest nu toch maar opgedoekt worden, met het complete bedrijfscomplex. Ik werd gebeld door hun boekhouder: “Lameijer, je moet maar langskomen, want het spul moet gesplitst worden. De beide eigenaars praten haast niet, maar ze denken des te meer. Ik ben bang dat het uit de hand loopt”.
Tijdens de eerste rondgang door het gebouw, de woningen en het buitenterrein, kreeg ik al de indruk dat ik niet maar zo een streep kon trekken tussen het ene en het andere deel. De woning van Wilco was aangebouwd, dus half-vrijstaand, met aansluitend het vroegere kantoor. De woning van Dolf bevond zich op de voorraadloods, met een fraai dakterras, maar zonder eigen tuin. Het geheel lag op een groot perceel van ongeveer 5.000 m², inmiddels midden in de stad, dus vrij bijzonder allemaal.
‘Ben je wel wijs?’
Ik opperde dat verkoop van het geheel handig zou zijn, want een zak geld verdeelt makkelijker dan het gebouw. De broers waren zwijgzaam, maar lieten zich nu wel horen: “zeg makelaar, ben je wel wijs. We zijn hier geboren, en ze moeten ons er hier uit dragen als je begrijpt wat we bedoelen”. Ik begreep het. Maar als ze gingen delen, dan graag wel zo dat ze elkaar niet meer elke dag hoefden tegen te komen: er broeide inderdaad wat tussen de mannen. Dit kon heel gemakkelijk uitdraaien op een hooglopend conflict. Het gebouw zelf verdelen, de beide delen laten waarderen, en daarna tot een vergelijk komen, leek een onoverkomelijk proces, waar zonder advocaten moeilijk uit te komen zou zijn (en met advocaten misschien helemaal niet).
Na overleg met de boekhouder, stelden we de streng gelovige gebroeders een “Salomonsoordeel” voor. Ik zou het geheel taxeren, mijn oordeel geven over een logische verdeling van het pand, en de waarde van de beide delen nog eens vaststellen. De boekhouder bewaakte het proces en deed het verrekenwerk. De mannen keken elkaar aan, de denkrimpels werden dieper, maar ze begrepen de boodschap. Dit kon een gevecht worden, maar het hoefde niet. Er konden tig oordelen gevraagd worden, messen worden geslepen, maar zonder garantie op een betere uitkomst. Zij namen op dat moment de wijze beslissing (Salomon waardig) om ons onze gang te laten gaan. Uiteindelijk kreeg Wilco “zijn” woning, het achter terrein en de helft van de mandelige inrit. Dolf kreeg de loods (hij had per slot ook een camper!), zijn appartement daar bovenop, en de andere helft van de inrit. Er werd nog een beetje geld overgeheveld, en daarmee was de zaak beklonken. Wat een wijze mannen, en wat wisten ze dat goed verborgen te houden voor de buitenwereld.
Lamberink Woningmakelaars heeft sinds kort beide panddelen weer in de verkoop. Ik moest nog wel even mee, want de vrouw van Dolf (inmiddels overleden) had naar mij gevraagd. Of ik weer eens even uit wilde leggen hoe de verdeling was van toen. Het had al die tijd perfect gefunctioneerd, Wilco en Dolf waren zwijgzaam gebleven naar elkaar, maar hadden vreedzaam genoten van hun geboortehuis. De woningmakelaar verwacht beide delen goed af te zetten; hij is gelukkig ook tevreden met de verdeling.
M. (Rinus) Lameijer
Lamberink Bedrijfsmakelaars